(ochtend voor groep 1-2)

De dag begint met een vertelvoorstelling. Bij goed weer en geschikte locatie kan dit buiten rondom de Verhalenbus. Of anders op een geschikte plek in de school in bijv. een speellokaal of aula. Het verhaal dat wordt verteld heeft een open einde. Gedurende de dag gaan de kinderen zelf een einde bedenken aan het verhaal. Voor elke leeftijdsgroep is er een verhaal dat aansluit bij hun belevingswereld.

Na de voorstelling gaan de kinderen aan de slag met verschillende vertelspelletjes om hun creativiteit en fantasie te stimuleren. Er zijn spelletjes die zowel met de hele groep gedaan worden als in kleinere groepjes en individueel. Tijdens de vertelspelletjes gaan de kinderen op een speelse manier aan de slag met het vertellen en verzinnen van eigen verhaaltjes. De kinderen ervaren hierbij dat ze aan de hand van plaatjes/ afbeeldingen (die ze in hun hoofd maken) een verhaal kunnen vertellen door van plaatje naar plaatje te vertellen.

Dit blok eindigt met het presenteren van en het luisteren naar de gemaakte verhaaltjes in de groep.

Vervolgens gaan de kinderen aan de slag met een eigen eind verzinnen en maken bij het verhaal dat aan het begin van de dag verteld is. De vertelspelletjes kunnen de kinderen hierbij helpen.

OB: De nadruk ligt op beleving. Het verhaal wordt met de groep nagespeeld. In de kring worden vertelspelletjes gedaan. Er is een creatieve opdracht nav het verhaal. 

MB: De kinderen gaan in groepjes aan de slag. Per groepje bedenken ze een eind aan het verhaal. Hierbij kunnen ze gebruik maken van de vertelspelletjes. Bij dit eind maken (tekenen/ knippen/ plakken) ze plaatjes. Ieder groepslid maakt een plaatje. Aan de hand van de plaatjes vertellen ze het door hun bedachte einde. 

BB: Voordat de kinderen aan de slag gaan met het bedenken van het einde van het verhaal krijgen ze eerst uitleg over de opbouw van een verhaal in een 5 stappenplan. Aan de hand van deze vijf stappen gaan ze in groepjes aan de slag met het bedenken van het einde van het verhaal. Bij elke stap maken de kinderen een tekening. Aan de hand van de tekeningen wordt het verhaal verteld.  De kinderen presenteren de zelfbedachte einden aan elkaar.

MB:/BB: Het oorspronkelijke einde van het verhaal wordt verteld.

OB: De ochtend wordt afgesloten met een grappig verhaaltje.